Tafeltje Dekje

Eén keer per week breng ik in Leiden voor Libertas maaltijden rond bij alleenwonende ouderen. In een Opel corsa XS van de zaak haal ik de maaltijdboxen op bij een verzorghuis. Met de op volgorde gestapelde boxen op de passagiersstoel scheur ik van deur tot deur om de hulpbehoevende oudjes een maaltijd en een smile te bezorgen. Na een half jaar moet ik nog steeds wennen aan het ‘moderne ‘Start Stop-systeem’ van de Opel Corsa. Prima om de planeet te redden maar schrik me nog altijd rot als de corsa weer (expres) afslaat. Ik ben immers een stinkende maar prachtige Volvo V70 gewend uit 2001. 

Aan de ouden van dagen was ik sneller gewend dan de Corsa XS. Mijn vader van 88 mag stronteigenwijs zijn maar de hoogbejaarden op de maaltijd lijst zijn ronduit makkelijk. Misschien mede door mijn strenge kennisgeving dat ze bij wangedrag - art. 3 Tafeltje Dekje - worden gecanceld. Dit betekent in oud-hollands dat ze hun eigen potje moeten koken. De ouderen op de lijst zijn om uitlopende redenen niet in staat om hun eigen potje meer koken. Echter sommige verdenk ik ervan om gewoon geen zin te hebben in koken. Ook oké, hoor. 


Het eerste is mevrouw Smit aan de beurt. Het is altijd de vraag of ze de bel hoort. Haar stem klinkt zacht en breekbaar over de intercom. Bij de deur staat een lief oud omaatje zo krom als een hoepel. Ze zegt niet veel en is zo doof als een kwartel. Ze neemt aan de deur, voorover hangend op haar rollator, de maaltijdbox - zo te ruiken een sappig karbonaadje met bloemkool en als toetje een vlaflip - met een schuchtere glimlach in ontvangst. 

Daarna is grand dame Bruné aan de beurt. Met een hete aardappel in de keel begroet ze mij altijd enthousiast en met een glimlach op tien hoog aan het Goghplein. Ondanks dat ze op de tiende etage woont neem ik vaak de trap, bang dat de lift blijft steken. Freule Bruné was vroeger hofdame geweest van koningin Beatrix. Dit laat ze te pas en te onpas merken bij onze wekelijkse ontmoeting. Ze begint steevast over haar vele paardenritjes over het Wassenaarse strand met Bea. De roddeltante van tien hoog vertelde me ook - in vertrouwen - dat Bea in haar studententijd in Leiden met cabaretier Paul van Vliet aan het rollebollen was geweest. 

Daarna staat Mevrouw de Gunst in Zuid-West op de lijst. Zij is een fragiele oude dame, maar met een uitstraling van een jonge vrouw. Ze opent trillend de deur, nauwelijks in staat om haar rollator vast te houden maar haar ogen stralen nog altijd. Ze neemt dankbaar de maaltijdbox in ontvangst. 'Tot volgende week, lekker weekend' roep ik wanneer ik de gang in loop. 

Met een knoop in mijn buik rijd ik vervolgens naar de Lammertoren. Ik ben iedere keer bang dat ik de centrale code van de deur niet meer kan herinneren.  'De code weer vergeten?' klinkt het cynisch als ik noodgedwongen mevrouw Schaafsma moet bellen om de buitendeur open te doen. Iedere week krijg ik op mijn donder door de intercom. De geheime code om de deur te openen heeft ze me gegeven, maar ik vergeet hem iedere keer. ‘Sleutelplaatje, 6,8,9,1,4’, zegt ze voor de zoveelste keer als ik boven kom terwijl ze onrustig om zich heen kijkt. 'Niet verder vertellen, hè'? Met de staart tussen mijn benen verdwijn ik in de lift - als ik deze durf te pakken. Hardop oefen ik de code in de spiegel van de lift. Zal ik hem volgende week nog weten?

Ab+