‘Wil je een stukje afsnijden voor de poes?’ Door de weeks sta ik regelmatig bij visboer Schaap in de Herenstraat een harinkje te happen. ‘Met uitjes graag’.
Ik had de sleutel nog niet in de deur gedaan of Saar kwam van boven al aangestormd. Luid miauwend en ongeduldig liep ze dan om mij heen wanneer ik de stukjes haring uit het zakje viste. Op zaterdag sneed ik zelf een stukje af van de haring die ik op de markt had gekocht. Ik legde dan de stukjes haring op een zilverschaaltje. Binnen no time had ze de haring op. Onder de eettafel zat ze na te genieten door haar tongetje meerdere malen langs haar bekje te laten glijden. Wat zal ik dit ritueel gaan missen.
Ook wanneer er geen haring in het spel was, kwam ze je bij iedere thuiskomst begroeten. Of was het toch voor iets lekkers? Ze schuurde dan vervolgens tegen de eettafelpoot aan. Een aai over haar mooie koppie was genoeg om haar te doen spinnen.
Door nierfalen at ze de laatste weken nauwelijks meer. Na antibiotica en bloedonderzoek bleek uiteindelijk op de echo dat haar nieren zwaar waren aangetast. Het afscheid met de familie was mooi, maar verdrietig. Saartje maakte bijna veertien jaar deel uit van het gezin. Mijn kinderen Juul en Job groeiden met haar op. Met zijn allen op de bank en Saar gezellig naast ons op de leuning van de bank. Haar favoriete plekje, kijkend door het raam naar de tuin.
Veertien jaar geleden stond mijn vrouw met een klein zwart-wit poesje op de stoep. Ik wilde eigenlijk geen huisdier, maar alles beter dan een hond. Saartje was mijn eerste huisdier. Vroeger wel een eendje (op de flat), een konijn of een vis gehad, maar een poes staat toch dichterbij. We kregen haar klein en bleef heel haar leven relatief een klein poesje.
Al gauw raakte ik aan Saartje gewend en gehecht. Eigenzinnig, mooi, onafhankelijk en sierlijk. Ik keek graag naar haar om haar sierlijke bewegingen. Zonder enige moeite van de eettafel op de kast. Bewegend in huis met een soepele, muisstille prachtige tred. Met hoge snelheid de boom in onze tuin invliegen. Wat een souplesse. Maar ook vluchtend naar boven als er vreemden - geen huisgenoten - op bezoek kwamen. Het zachte getrappel van haar pootjes op de trap als ze van van boven kwam en vragend de woonkamer in keek. Balancerend op het wasrek of uitdagend slalomend door de spijlen van het trapgathek. Wat hebben we genoten van je.
Hoewel ze niet aanhalerig was, lag ze wel iedere avond opgerold op schoot bij mijn vrouw. Ook in de nacht kroop ze dicht tegen Ing in bed aan. We zullen je vreselijk missen, lieve Saar. Rust zacht.
Ab+