Op weg naar ‘Het Koffiehuisje’, werd ik ten hoogte van de Schelpenkade in Leiden op de stoep bijna geschept door een opgevoerde E-bakfiets. ‘Sukkel’ riep ik geschrokken tegen de roekeloze chauffeur en gaf hem ‘per ongeluk’ een lichte schouderduw. Dat laatste had ik misschien niet moeten doen, maar WTF. Hij remde en keek mij kwaad aan, maar voelde dat (ook) hij fout zat. Voor ik het wist was hij weer verdwenen. De haast had duidelijk voorrang. Ik liep verder de Witte Singel over via de Kaiserstraat richting het Rapenburg. Bij het afslaan richting Het Gerecht waar 'Het Koffiehuisje', is gevestigd, word ik nogmaals bijna voor mijn sokken gereden. Het was gvd dezelfde idioot. Dit keer op een andere fiets?! Ik zag hem nu pas goed. Hij had een klein vies staartje achter op zijn hoofd. Geen gezicht. Gek genoeg - roekeloze fietsers onder elkaar? - konden we lachen om het voorval op de Schelpenkade en wensten elkaar verder een fijne dag. Het verhaal van de andere fiets bleef onduidelijk.

Veelal neem ik buiten op het terrasje plaats, behalve als het regent. Op woensdag zit ik sowieso buiten - weer of geen weer - gezien de aanwezigheid binnen van een luidruchtig Zuid-Europees damesclubje wat net hun kind hebben gedropt bij de Haanstraschool, even verderop. Ook probeer ik waar mogelijk vaders met hun jengelende kinderen te mijden. Desnoods trotseer ik daarbij de vrieskou of de regen. Aan de toeristen voor het Gravensteen valt helaas niet te ontkomen. Gelukkig zijn het nog geen Amsterdamse taferelen in Leiden.
Na het genieten van de cappuccino en het Gravensteen plein loop ik richting Rapenburg. Daar werk ik als data analist-vrijwilliger in een mooi monumentaal pand bij Green Destinations aan een betere wereld. Hier helaas geen Italiaanse cappuccino, maar slappe lauwe filterkoffie met een scheutje koffiemelk - over de datum - en een klontje rietsuiker.
Ab+