Fifteen Love

‘Met de trein?, dacht het niet!’. ‘Jij wilt met de auto naar de Brakke Grond, hartje Amsterdam. Nee, dat is lekker handig’, riep ik Timo vals toe.
Dit vervoer dilemma tussen mij en maat Timo vond plaats op het feestje van vrienden Bert en Hans die allebei de midlifecrisis-waardige leeftijd van 50 hadden bereikt. ‘Enig idee wat je aan parkeergeld betaalt in A'dam nowadays’? Acht euro per uur is geen uitzondering. Timo reist nooit met de trein. Hij was bang voor het onbekende. OV-kaart? Wat is dat?
Ik had Timo uitgenodigd voor een partijtje tennis op het witte doek. Zijn held John McEnroe speelde zichzelf  in een Franse docu tijdens de IDFA 2018. McEnroe wordt tijdens Roland Garros 1984 op de voet gevolgd door een batterij aan camera's. Wij zien zijn uitbarstingen, zijn genialiteit, zijn touch maar ook zijn kwetsbaarheid.  De ondertitel was niet voor niks ‘cinema lies, sport doesn't'.

We zien tennislegende McEnroe in al zijn puurheid. McEnroe is  een perfectionist. Hij eist het uiterste van zichzelf. En verwacht dit ook van anderen. Onrecht, onbewust aangedaan door naïeve lijnrechters of empires, brengen het slechtste in hem naar boven. Deze animositeit heeft hij wel nodig om extra gif in zijn games te leggen. In zijn beleving was het overigens geen game maar een kwestie van leven en dood. In het tennis had je winners en losers. Hij acteerde zijn boosheid of onbegrip niet. Op de baan was hij overgevoelig voor alles. Het klikken van een camera, het snuiten van een neus, een misjudgement van een lijnrechter of het kuchen van een toeschouwer. Het irriteerde hem mateloos en liet dat - in niet mis te verstane bewoordingen - blijken. ‘Show me the fucking mark, yelde hij tegen de lijnrechter tijdens de finale tegen de stoïcijnse Tsjech Ivan Lendl van Roland Garros in 1984. De lijnrechter sidderde van angst. Hij stond op van zijn stoel om de mark aan te wijzen. Hij kon de mark niet vinden. Iets wat McEnroe allang wist. Hij verliest zijn enige finale op Roland Garros na met 2-0 in sets te hebben voorgestaan. Na de match slaat hij letterlijk - hevig teleurgesteld als hij is - een cameraploeg van zich af. Hij is deze keer de loser, iets wat hem zelden overkomt. Hij kruipt na de verloren match op het center court als een klein kind ineen op zijn stoel. Roland Garros zal hij in zijn imposante carrière nooit winnen.
Iedere keer gaat hij met lood in zijn schoenen naar Parijs. Niet meer om de spelen, maar om op geheel eigen wijze commentaar te geven voor Eurosport. Ook dat doet hij vol overgave.

Ab+