Willem stond aan zijn vertrouwde linkerkant. Ik werd door mijn ouders bij de kassa vooruit gestuurd. We hadden het niet breed, dus ik werd naar voren geduwd in de hoop dat een kind ‘alleen’ zonder kaartje werd binnengelaten. Het werkte.
Als talentvolle linkerspits van sv DWO in Zoetermeer keek ik hoe Willem strooide met achteloze pasjes met zijn gouden linkerbeen. Ook keek ik met jaloezie naar zijn snelle kapbeweging met buitenkant voet en zijn surplus aan techniek. De Kuip keek vol bewondering hoe Feyenoord aan de hand van Willem kinderlijk eenvoudig FC Amsterdam met 4-0 versloeg. De Kuip was (en is) een magische plek voor een iel jongetje van negen. Trouwens ook volwassen kerels zijn nog steeds emotioneel geraakt door de indrukwekkende sfeer in de Kuip. Zeker als er gewonnen wordt van aartsrivaal Ajax.

Ik heb het in mijn voetbalcarriere als flegmatieke linksbuiten nooit verder geschopt dan de Hoofdklasse zondag bij UVS. Tegen Holland speelde ik tegen de zoon van Willem, Gert. Hij mag - voetballend gezien - nog niet eens de veters van zijn vader strikken.
De bijnaam van Willem is de “Kromme”. Door zijn legendarische kromme ballen met zijn magische linkerbeen of toch zijn kromme gestalte? Of allebei. De Kromme is eigenzinnig, gevat, gaat volledig zijn eigen gang en laat zich niets aanpraten. Ieder interview is weer verrassend want je weet nooit hoe Willem uit de hoek komt. Op de première van een docu over zijn imposante carrière komt hij doodleuk niet opdagen terwijl de hele zaal stampvol zit. De Kuip is zijn tweede huis. Dus mocht het nieuwe stadion van Feyenoord er ooit komen, Willem zal niet op de tribunes gaan zitten. dat is Willem ten voeten uit. Van harte, Willem.
Ab+